Tijdens de coronacrisis vervullen grote farmaceutische bedrijven een belangrijke rol. Zij helpen de samenleving door een zware crisis en worden als helden gevierd. Maar al snel daarna draait dat beeld als duidelijk wordt hoe groot de winst is die ze met hun heldenrol hebben gemaakt. Ook al zijn er geneesmiddelenbedrijven, zoals Astrazeneca en Johnson & Johnson (ook bekend als Janssen), die geen winst hebben gemaakt met de vaccins. Aloude beelden komen weer boven van een farmaceutische industrie die geld verdient aan het leed van mensen. Geneesmiddelenbedrijven en hun brancheorganisatie de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) aan de ene kant en overheden, zorgverleners en verzekeraars aan de andere kant hebben botsende beelden van de belangen en bijdragen van de farmaceutische industrie aan zorg en samenleving.
In dit essay verkennen de auteurs hoe deze discussies productief gemaakt kunnen worden. Daarbij is de vraag wat geneesmiddelenbedrijven zelf kunnen doen om zich anders te positioneren en hoe de brancheorganisatie voor innovatieve geneesmiddelen zich zo kan positioneren dat haar rol betekenisvol en productief is zowel voor haar leden als voor politiek, zorgsector en samenleving.